90
Bronnen: Haag e.a. 1972 p 52 en 174.
Haag e.a. spreken van 'fidäliteit' en van 'handelingsvaliditeit',
betrouwbaarheid in die zin dat de kennis in de praktijk ook werkt;
De Vries 1973 h 6; Haeberlin 1975 p 669-670; Heinze e.a. 1975 p 57 en h 8 over
'handelingsgeoriënteerde evaluatie'; Ellemers 1976; Moser 1978 p 45 e.v., 74 en
117 e.v.; De Boer 1980 p 107; Doets 1981 p 30,45,133 e.v. en 142 e.v.; Van
Gennep 1982 p 435 over Horkheimer 1937/'81; Nijk 1984 p 129 e.v.; Freire 1985 p
25 en 36.
91
Huis in 'tVeld 1975; Glaser& Strauss 1976h 10; Moser 1977a p 18 en78; 1977b
p61; 1978p 104 e.v.; De Boer 1980 p 151; v Dijkum 1980 p 25 e.v.; Doets 1981 p
46 en 137 e.v.; Beekman 1982 p 12; Clemens 1985; Polansky 1986.
92
v Dijkum e.a. 1981 p 37; voorts Huis in 't Veld 1975; Glaser & Strauss 1976,
v Dijkum 1980 en Doets 1981 p 142.
93
Glaser & Strauss 1976 h 10; v Dijkum 1980; v Dijkum e.a. 1981 p 37.
94
Haag e.a 1972 p 52.
95
Doets 1981 p 19,29,46 en 139 e.v.; Bleeker & Mu1derij 1984 p 140: zij
spreken van "transsituationele waarde".
96
Moser 1978 p 58 en 59.
97
De Boer 1972 p 610; Habermas 1981 p 16; v Strien 1985 p 106; Rispens &
Bosman 1985 p 164; Imelman 1978a; Ter Horst 1980; De Ruyter 1983b, 1984.
98
Horkheimer 1937 / '81 p 108; Haeberlin 1975 p 668; Heinze e.a. 1975 p 41 en 122;
Moser 1977a p 78; 1977b p 16 en 61; 1978 p 122 e.v. en 104 e.v.; v Dijkum 1980 p
25 e.v.; v Dijkum e.a. 1981 p 70. Doets (1981 p 145 ad e) spreekt van "waardenconsistentie"
als eis.
99
Habermas 1971 p 134; vlg Kunneman 1985 p 19.
100
Huis in 't Veld 1975, eis b; Doets 1981 p 46 en 142 e.v.; v Dijkum e.a. p 70;
Polansky 1986.
101
Moser 1977b p 61; 1978 p 105 e.v.
102
Ter Horst 1980 p 33 e.v.; Polansky 1986.
103
Bodgan & Taylor 1975 p 9.
104
Doets 1981 p 37 resp. 142 e.v.
105
idem p 139 e.v.
106
Rijkeboer 1984.
107
Glaser & Strauss 1976 p 228 e.v.
108
1977a p 48 e.v.
109
Doets 1981 p 48.
110
1984, p 144.
111
1980p 151.
112
Heinze e.a. 1972 p 57; Moser 1977b p 15; v Dijkum e.a. 1981 p 70; Polansky 1986.
113
Horkheimer 1937/,81 p 110.
114
1978 p 105.
115
Moser 1977a p 18 en 61; 1977b p 62; 1978 p 104 e.v. en 122 e.v.; Heinze e.a.
1975 p 64; v Dijkum e.a. 1981 p 13,37 en 70; Ter Horst 1980 p 62.