Vorige Start Omhoog Volgende  

CYCLUSFASE IV: 

de afloop: zijn situatie en handelwijzen verbeterd? 

[Blz. 130]

Het werkveld is geen laboratorium, zo bleek andermaal. In de zevende maandelijkse cyclus kwam er, met de naderende vakantietijd, gebrek aan tijd. In het teamgesprek op 29 juni moesten, aan de hand van de zevende notitie, nog belangrijke inhoudelijke zaken besproken worden. Tevens moest de terugblik plaats vinden. Het was de student-stagiair niet gelukt een 'tweede foto' te schrijven. Op grond van de logboekgegevens van 1 mei t/m 24 juni heb ik, mondeling en slechts op hoofdpunten,

een 'tweede foto' gepresenteerd. 

1. De contactkloof overbrugd

Er zijn vele beschrijvingen van fijne en enkele van moeilijke contactmomenten. Er is niet één respectloze zinsnede te vinden. Vaak is er een zoeken naar de betekenis van het gedrag te lezen. Het team wilde de jongens, en zelfs met name de 'trio-jongens', eigenlijk niet afstaan aan een andere groep ter behandeling, maar er zelf mee verder werken. Daartoe waren de nodige besprekingen al gevoerd.

2. Minder oppasser, meer verzorger

De groepsleiding is nu ook gids, steungever en bemiddelaar.[*8] De zorgfunctie krijgt veel aandacht. Leiding en jongens koken regelmatig samen het eten. De groepsleiding stelt zich meer op als persoon dan als functionaris, zij staat meer in dan boven de groep. Zij geniet hier ook zelf van. 

[*] Zie Gieles 1981a p 63 en de daar aangehaalde literatuur van m.n. Plsky.

3. Conflicten en onrust

Er zijn conflicten en momenten van onrust, ook echter vele momenten van rust beschreven, ook als er vele mensen in de groep aanwezig zijn. Er zijn duidelijk minder conflicten (beschreven) dan in de tijd van de eerste foto. De maaltijden bijvoorbeeld, destijds steevast vol conflicten, verlopen nu meestal zonder conflict. Rond voeding, ziekte en bedtijd zijn nauwelijks nog conflicten gemeld. De conflicten die er zijn, lossen zich doorgaans snel op. 

Het team werkt uitdrukkelijk met een minimum aan gebruik van macht. Van straf is geen enkele maal sprake in deze periode. Veelvuldig zijn er grens-aangevende ik-boodschappen vermeld en deze blijken meestal voldoende te zijn. Zo niet, dan wordt de groepsleider feller , geëmotioneerde en dat blijkt de boodschap wel over te brengen. Daarbij valt wel eens een tik of dreun, maar nooit een straf achteraf Steeds is het dezelfde dag weer oké. De zorg gaat door tijdens conflicten. Conflicten overheersen de sfeer niet meer en blokkeren noch jongens, noch groepsleiding . 

4. Stofwolkjes

Enkele malen is er sprake van kleine delicten en van onduidelijk gesmoes en spanning, steeds echter van korte duur. Na twee a drie dagen komt boven tafel wat er aan de hand was. Er kan mee gewerkt worden. 

5. De jongens onderling

Was er rond maart sprake van een algehele saamhorigheid, nu zijn er meer subgroepjes of tweetallen met vriendschapskarakter; elk groepje heeft zo zijn eigen interesses en bezigheden. Er zijn wel wrijvingen en botsingen tussen de jongens en er wordt ook nog wel gepest. Meestal is dit van korte duur. Het team neemt deze conflicten niet meer over van de jongens, maar helpt ze op te lossen. Er is ook sprake van plezierig samenzijn, vriendschap en intimiteit. Een zeilkamp was, in scherpe tegenstelling tot het winterkamp, een succes. 

6. Weer een trio, maar niet bestreden

Drie jongens, Kees, Ferry en Rudi, hebben duidelijk meer macht dan de andere jongens. Van bestrijding is geen sprake, wel van tegenwicht, zowel van jongens als van leiding. Het was nu niet meer een tegenwicht vanuit een opstelling tegenover de jongens, maar eerder een 'tegenwicht uit betrokkenheid' (Du Fossé 1982 ). 

7. Meer autonomie, minder verzet

Met de jongens wordt in overleg bepaald wat en wanneer er gegeten wordt en of en hoelang zij ziek zijn. Juist rond deze autonomie over het eigen lijf waren er ten tijde van de eerste foto zeer veel conflicten. Nergens is te lezen dat deze autonomie misbruikt wordt, noch dat het een ongeorganiseerde chaos wordt. De zorg is anders georganiseerd. De jongens doen veel moeite om het eten goed te verzorgen. 

 

[Blz. 131] 

8. Een theorie, gebaseerd op eigen ervaring en reflectie

Deze is reeds weergegeven op p 128. Deze theorie werd nu door het team met verve in het hoofdgebouw verdedigd. Markant is de reactie hierop:

"Een aantalleden van de beleidsvergadering zijn het in principe met deze filosofie wel eens, maar men is van mening dat het een nogal idealistische filosofie is, en dat het in de praktijk vaak anders toe gaat."

Het team dacht hier, op basis van praktijkervaring, anders over.

 

CYCLUSFASE V

evaluatie: de bevinding achterafvragen

Aan alle deelnemers zijn de vier evaluatievragen [, vermeld op p 105,] ter schriftelijke beantwoording voorgelegd. De antwoorden zijn uitgewisseld en besproken.

Ieder vindt dat alle doelen bereikt zijn (zie p 114), 

op dat van de gezamenlijke hobbies na. Maar met subgroepjes met uiteenlopende hobbies is men ook wel tevreden. De sfeer is erg verbeterd. Er zijn minder conflicten en die er wel zijn worden opgelost. Momenten van rust overheersen die van onrust. Bet is gezelliger, vooral de maaltijden. De jongens komen meer aan zichzelf toe. De contacten tussen de jongens zijn vriendschappelijker. Er wordt meer gelachen. Er is beter contact tussen leiding en jongens. Ieder voelt zichzelf er ook beter bij. 

Teamleidster Nia: 
"Ik was blind geworden (...). Ik zat in een cirkel, en door vertaling kwam ik er uit. Er was iemand die ons aansprak op onze manier van praten en denken. Voor mij een bevrijdend geheel."

Waardoor is de verandering gekomen?

Mieke: 
"Door mezelf te zijn, mijn onzekerheden te laten zien, door te uiten wat moeilijk is voor me."

Door bewuster om te gaan met de gewone dagelijkse dingen, met name met de zorg voor de jongens;

door anders om te gaan met onderlinge conflicten (tussen de jongens), door deze niet meer over te nemen, maar door de achterliggende signalen [*2] op te pakken en te vertalen; de jongens krijgen daardoor meer ruimte ;

door een andere grondhouding: een zich opstellen als betrokken persoon die niet boven, maar naast de jongens wil staan.

Charles : 
" Ik ben erg betrokken bij de jongens en dit voelen ze feilloos aan. Hier krijg ik dan ook veel voor terug: vertrouwen, gezelligheid, ruzie, enzovoorts. Kortom alles watje kunt verwachten als je met elkaar omgaat ( ...). De jongens laten hun zorgen, verdriet en leuke dingen aan me weten. Ik voel me dan ook geen politieagent."

 

[*2] Dit had moeten zijn: boodschappen.

De werkwijze in het onderzoek 

werd duidelijk, praktisch, feitelijk , niet-zwevend, grondig en eerlijk bevonden. Door terugkoppeling en door de systematische samenvattingen werd de rode lijn van wat we deden, ons duidelijk. Dat laatste zou behouden moeten blijven, als stijl van teambegeleiding .

 

CYCLUSFASE VI

methodische ideeën formuleren

De ontwikkelde methodische ideeën zijn op vier manieren geformuleerd en gepresenteerd. Helaas niet in de vorm van een scriptie, hetgeen de opzet was. Het team heeft de ideeën mondeling voorgelegd aan de beleidsvergadering. Op verzoek van die vergadering heb ik de ideeën in een voordracht gepresenteerd aan de 'pedagogische vergadering', een bijeenkomst van al het pedagogisch personeel van de inrichting. Samen met de ideeën vanuit de andere drie groepen die aan de eerste fase van het gehele onderzoek deelnamen, heb ik de ontwikkelde methodiek bijeengezet in de 'voorlopige conflicthanterings-methodiek', [welk werkstuk in hoofdstuk VII wordt besproken]. Twee hoofdstukken van dat werkstuk gaan over de Apenrots. 

Terzijde: de ideeën staan ook vervat in mijn artikelen van 1983/1987 a en  1983/1987 b

Tenslotte heb ik voor het team de ontwikkelde ideeën bijeengezet in de vorm van een concreet advies voor de start van het volgende groepsjaar; na de vakantie zouden zes jongens blijven en vijf nieuwe jongens komen. Uit dit advies citeer ik:

Verwacht geen 'gestoorde' jongens, maar mensen zoals wij allen die (zoals dat ook ons overkomt) in een heel moeilijke periode zit ten en ineens in een nieuwe omgeving belanden. 

 

[Blz. 132] 

Leg de basis door de zorg als eerste werkpunt te nemen; organiseer 'in no time' dat er goed eten is, hapjes, drinken, voor ieder een fiets, dat de kleren in orde zijn, ieder zijn spulletjes kwijt kan, etc.

De tweede basis is: bezig zijn met de boys, oude en nieuwe: spellen, tochten, knutselen, enzovoorts. Geef hierbij aanvankelijk zelf veel leiding .

De derde basis zijn de onderlinge relaties tussen de jongens .Accepteer en respecteer dat ze elkaar opzoeken, elkaars krachten meten en vriendschap zoeken. Help hen actief bij hun onderlinge relatievorming, o.a. door middel van de activiteiten en hulp bij conflictoplossing.

Organiseer in het begin vaker groepsgesprekken, waarin vooral de eerste drie punten aan de orde komen.

Neem de 'ongeschreven wet ten' van nu -- mogelijk in overleg met de 'oude' jongens iets gewijzigd -- als voorlopig wetboek van de groep aan. Voorlopig: want de nieuwe jongens zullen hun inbreng moeten hebben in het hoe het dan gaat;daartoe moeten er als het ware wel wijzigingen worden ingebracht; het is dan ook hun groep met hun wetboek. Overleg met de hele groep de regelingen, regels, afspraken, activiteiten en manieren van organiseren en doen.

Pas op basis van het bovenstaande kunnen er relaties tussen de nieuwe jongens en jullie gaan groeien. Forceer die niet los van die basis. Ze komen er heus wel.

Conflicten zullen er komen. Zie die niet zo direct als machtsconflicten, maar als een grensverkenning tussen mensen. Geef zelf je grenzen tijdig en duidelijk aan als grens-aangevende ik-boodschappen en niet als machtsbeladen 'jij-moet'-boodschappen. Hoor en respecteer de grenzen die de jongens over zichzelf aangeven.

Laat contact met de nieuwe jongens de eerste zorg zijn, je gezag over hen je laatste zorg ; dat is dan niet meer zo nodig.

 

CYCLUSFA8E VII

methodologische inzichten formuleren

Dit is in de Apenrots niet expliciet gebeurd. Pas voor het gehele onderzoek gebeurt dat in dit onderzoeksverslag. Ter plekke is destijds alleen geformuleerd hoe de teambegeleiding er in het vervolg uit zou moeten zien: net als de werkwijze in dit onderzoek: logboekrapportage, systematisering daarvan, en thematische bespreking van de onderwerpen die daaruit naar voren komen.

 

P.S.: Een jaar later

"Och, dit jaar is er niet zoveel te beleven als vorig jaar" zei Kees, een van de voormalige trio-jongens een jaar later, toen de student-stagiair nog eens enkele dagen terugkwam om een 'latere foto' samen te stellen.

"Een vrij rustig jaar," zei het team, "nu zijn er veel minder conflicten; zo nu en dan een individueel conflict... toen zo' n 20 per dag!"

Het team werkte veel met individuele contacten. De jongens selecteerden zelf een of twee groepsleiders aan wie ze veel van zichzelf vertelden. Tussen hen is ook een zekere mate van intimiteit mogelijk.

Sommige jongens stellen hun groepsleider teleur in het contact; zij zijn toch moeilijk te bereiken, hebben onverschillige of agressieve buien. De groepsleiding aarzelt om de confrontatie met deze jongens aan te gaan; krijg je dan eindelijk contact of verspeel je 't juist? Men nam het risico maar liever niet.

Het groepsleven loopt intussen redelijk goed. Er zijn wel chaotische momenten, maar het loopt niet uit de hand. Wel voelt het team de eigen onmacht om de jongens echt te helpen bij waar ze mee zit ten. Die problematiek ligt vaak buiten het bereik van de groepsleiding.

Misschien, zo concludeerden we in de teambespreking, is er in het afgelopen jaar wel iets te veel zorg geweest en te weinig confrontatie. Dat moment van confrontatie hoort wel bij de voorlopige conflicthanterings-methodiek; misschien mag dat iets meer benadrukt worden.

Vorige Start Omhoog Volgende