Viering zonder uitzicht

Vorige Start Omhoog

1962

Deze middag ben ik met ze meegegaan. Ik wist dat ze elke zondagmiddag door de stad zwerven en naar de film gaan. Meestal zeggen we dan: "We moeten ze meenemen, de vrije natuur in, dat is gezond voor ze." 

Maar deze middag deed ik het andersom: de viering van het eenjarig bestaan van hun bandje mochten ze zelf uitkiezen. Chris, Albert en Jan: De CAJ-Rockets. 

Ze hadden het er lang over gehad: we zouden in een restaurant gaan 'chinezen'. Als ze ook maar zelf mee betaalden, want het kon er echt niet af. Maar toen we eenmaal in de Spuistraat liepen gingen we toch maar naar Rutex - geen plaats om rustig te eten. Het was er erg druk, maar daar gaven ze niet om.

Een zorgvuldig uitgekozen menu van voornamelijk ijs, verder veel rondkijken en luisteren. 

"Wat 'n gekke vent daar!" 

"Meester, kijk dat wijf daar eens, zeker tipsy!" 

"Moet je ze zien vrijen! Hé juffrouw, moet ik helpen?"

Zo erg veel zeiden ze trouwens niet, want Leen en Rob zaten naast ons en vertelden aan een stuk door. Pas als die met verbazende snelheid aan hun menu bezig waren had mijn drietal even de tijd om te praten; niet lang, want Leen wist het het dan nog sterker te vertellen.

We zouden naar een film gaan, maar welke? Ze waren al druk bezig in de hal van Apollo om foto's te bekijken, d.w.z. snel met de ogen te verslinden of er mogelijk 'iets' op stond. Leen begon met alle 18-jarigen-films op te noemen. Ze keken maar even om naar mijn gezicht: nee, dat kon natuurlijk niet. Dan maar naar de 14 jaar kijken (ze waren allemaal 13), maar daar was ook niet veel bij. 

"Machtig joh, vast in Mexico of op de prairie!" 

"Wat heb je daar nou aan? 't Moet echt zijn, niet zo'n verzonnen verhaaltje, kom nou!" 

"Hier, meester, da's 'n oorlogsfilm, best machtig!"

"Daar? Da's 'n rotbioscoop en die heb ik al twee keer gezien. Ga ik niet naar toe hoor, dan gaan jullie maar alleen!"

"Nou, ga jij dan maar alleen!"

Uit de vele meningen kwam tenslotte La Belle Américane in Bijoux, alle leeftijden. Omdat we nog alle tijd hadden zwierven we nog wat door de stad.

"Zinloos plezier en levenloos", zo noemden wij clubhuisleiders dit vertier wel, maar het is meer: lekker slenteren en alle foto's van de nieuwe films zien. [*Er was nog vrijwel geen tv in die tijd.]

< De 'meester' en rechts op de voorgrond Jan

"Daar draait een goeie, zie je, allemaal wijven!"

"Ach hé, hier worden ze gedropt. Daar sluipt-ie op 'm af."

"Zou dat een detective zijn, meester? Hij lijkt wel net zo en hij houdt z'n hand in z'n zak. Dan hebben ze daar een pistool zitten, dan hebben ze dat zo bij de hand - en dan tèdèdèdèdè! Machtig geluid vind ik dat, meester, als ze schieten. Moet u ook wel eens schieten? [*Ik was in militaire dienst] Maar ze schieten nooit echt hoor, altijd in een berg zand of zo, of je hoort alleen maar een knal. M'n broer die heb een nieuw mes, die draagt-ie ook altijd bij zich. Vèchten laatst, meester!"

"Nou, bij ons in de straat ook, was d'r 'n vent, dronken joh, weet je wel, Jan, en wij d'r achteraan!"

Leegte? Overvol zitten ze! Als ze met z'n drieën  door de stad lopen op de vele zondagmiddagen  vervelen ze zich geen moment. 

Iedere etalage, 

die kras in die ruit ("Vast een inbreker geweest. Kijk maar, zie je zo!"), 

dat deftig wijf daar ("Moet je d'r sien lopen!"), 

die manke vent ("Joh, da's toch zielig!") 

en die meisjes ("Vééls te jong voor mij!" - "Poeh, voor jou zeker, dacht je nog dat ze naar jou kijken?"), 

alles zien en opnemen,

sterke verbalen en moppen vertellen, 

of ook wel hele ernstige gesprekken voeren

en dan weer rondrennen en vechten als jonge honden...

De 'meester' met (schuin links naar beneden) Albert, (schuin links naar beneden) Chris en (schuin rechts naar beneden) Jan

Nee, van leegte kunnen we niet spreken. Wel van iets anders, dat ongeveer is: uitzichtloosheid,  doelloosheid, disharmonie waar ze niet uitkomen, snel grijpen en verslinden van genoegens, maar daarna vallen ze toch weer terug. 

Eens op een zondagavond zag ik, na twaalven nog, Chris (13 jaar) lopen in de Prinsenstraat,  midden tussen zijn vrienden, opgetogen, blij en druk. Een machtige avond: cola, film,  achterop Willem z'n brommer, lekker zwerven, patat eten en praten over van alles. Zo liep hij daar. 

Maar thuis zaten vader en moeder nog op. Moeder huilend ("Chris is zo moeilijk de laatste tijd, onuitstaanbaar soms.") en vader kwaad en ongerust. Die thuiskomst kon ik me al te goed voorstellen en later verlelde hij er over: ellende en huilen. Ja. hij huilt veel als hij alleen is Hij kan zo van de meest uitbundige vreugde in de grootste verwarring en eenzaamheid vallen. 

"Als ik alleen ben, dan speel ik zo maar wat op m'n gitaar om het te vergeten. Dan maak ik liedjes, maar later weet ik ze niet meer." 

Dat gitaarspelen doet hij nu bijna 1½ jaar en precies een jaar samen met Albert en Jan.

Dit zijn we nu aan het vieren, wandelend door de stad, ijs en kip etend en wachtend op de film, zoals zij iedere week wachten op hun film. zorgvuldig gekozen uit de vele programma's. 

< Chris op een kamp 

Maar daarna valt het zo tegen; je voelt je beklemd, zo anders net na een film,  zo stil. Toch praat je weer en ze praten allemaal.  Je zegt zo maar wat tegen elkaar, van alles. Wie nog geld heeft koopt nog iets. Je ziet dat anderen hun shaggie nog zo klungelig draaien, je doet dat zelf al veel beter en je mag het nog geneens van thuis. 'Hij mag het wel en ik moet het stiekem doen!'

Ze kunnen niet zonder elkaar; als je het laatste stukje alleen naar huis loopt is het ineens niet leuk meer. 'Ik had natuurlijk veel eerder thuis moeten zijn,  zeker nu al die tantes er zijn. Nee, 't valt toch mee, ze eten nog niet. Was ik nou maar later gekomen!'.

De film was een lachfilm. Jan gierde van het lachen. Chris zat bijna steeds ernstig en gespannen te kijken; heel nu en dan, als de zaal brulde, gaf hij een flauw lachje. Er leek iets over hem heen te liggen, een soort filter: de filmbeelden kwamen er wel in maar bleven daar hangen; er kwam niets in een lach weer naar buiten. Ook na de film bleef hij ernstig. Hij vertelde van alles in de meest grillige volgorde terwijl Albert en Jan als vlinders om ons heen dartelden.

Chris (midden op de foto) en Jan (rechts van Chris)> 

Toen we naar huis gingen bleef er toch iets hangen, een gevoel van eenheid. Bij mij bleef de sfeer hangen waarin zij leven, hun wereld, momenten van henzelf, hun beleving.

Niet meer dan een momentopname natuurlijk; hun leven is veel rijker en voller, vol van voelen en denken en willen en meemaken, zo vol dat ze het soms niet aankunnen. Huilen kunnen ze van verdriet en dol zijn van vreugde - alleen ze doen dit meestal niet waar wij bij zijn. Gelukkig hoor ik het wel vaak achteraf als ze vertellen. 

Hun leven is een geheim, een ontluikend wonder, waar we soms - maar dan met eerbied - even binnen mogen treden. Dat is er deze middag gebeurd.

Vorige Start Omhoog