Noten

  1. 'Anders Behring Breivik', Wikipedia, l.8.2011. 
     
  2. Deuteronomium maakt een verschil tussen de volken die in het Beloofde Land leefden en de volken daarbuiten. De eerst genoemden moesten volledig uitgeroeid ("met de ban geslagen") worden, de anderen mochten onderworpen worden. 
    Deuteronomium 7 en 20: 10-18. 
    Zie voor de tweede groep pag. 4 en noot l7. 
  3. Het historisch-kritisch Bijbelonderzoek tekent een ander beeld daarvan. 
    Zie b.v. A.H.J. Gunneweg, Geschichte Israels bis Bar Kochba, Stuttgart e.a. l972, pag. 30-39. 
     
  4. Dat wordt ook in de latere boeken Ezra en Nehemia alsmede in de Talmud bevestigd; 
    Ezra 9-10, Nehemia 10:31, 13:23-30, Talmud Bavli, Avodah Zarah 36b.
     
  5. 2 Korinthiers 6: 14-18 
     
  6. J. Molthagen, Der römische Staat und die Christen im zweiten und dritten Jahrhundert, Göttingen, l9752. 
     
  7. Molthagen, op. cit., pag. 118-120; 
    R. Freudenberger, 'Christenverfolgungen', in: Theologische Realenzyklopädie (TRE), deel 8, Berlijn/New York l98l, pag. 23-38 en 
    P. Barceló, 'Christenverfolgungen', in: Religion in Gesehichte und Gegenwart, red. H.G. Betz e.a., Tübingen, l999 4, deel 2, pag. 246-247. 
     
  8. K. L. Noethlichs, Die Juden im christlichen Imperium Romanum (4.-6. Jahrhundert), Berlijn, 2001, pag. 65 ff. 
    Huwelijken tussen christenen en niet-christenen zijn door het canonieke recht van de katholieke en orthodoxe kerken verboden; 
    zie Religion in Geschichte und Gegenwart, 4e druk, deel 2, Tübingen, l999, pag. 1082-1085  
     
  9. W. E. Kaegi, Heraclius - Emperor of Byzantium, Cambridge, 2003, pag. 2l6-2l8.  
     
  10. W. T. Treadgold, A History of the Byzantine State and Society, Stanford, CA l997, pag. 350; 
    M.- F.Auzépy, "State of emergency (700-850)", in: J. Shepard (red.), The Cambridge History of the Byzantine Empire c. 500- 1492, Cambridge, 2008, pag. 261. 
     
  11. Alexander P. Bronisch: 'Sisebut', in: Reallexikon der GermanischenAltertumskunde, deel 28, 2005, pag. 503-506, bijz. pag. 504. 
     
  12. Motzki, 'Bekehrung mit Gewalt - ein christliches Vorurteil über Mohammed und den Beginn des Islams', in: M. Hutter (red.), Religionswissenschaft im Kontext der Asienwissenschaften. 99 Jahre religionswissenschaftliche Lehre und Forschung in Bonn, Berlijn, 2009, pag. 263-283. 
     
  13. Motzki, op. cit., pag. 264-27l. 
     
  14. M. Tworuschka, Analyse der Gesehichtsbücher zum Thema Islam, Braunschweig, l986, pag. 119-122. 
     
  15. Voor de christenen zie A. Palmer, 'De overwinning van het kruis en het probleem van de christelijke nederlaag: kruistochten en djihaad in Byzantijnse en Syrisch-Orthodoxe ogen', in: M. Gosman & H. Bakker (red.), Heilige Oorlogen. Een onderzoek naar historische en hedendaagse vormen van collectief religieus geweld, Kampen, l99l, pag. 84-109. 
     
  16. H. Motzki, 'God en geweld: legitimatie en delegitimatie. Bronnen en geschiedenis in de islam', in: P. Valkenberg (red.), God en geweld: legitimatie en delegitimatie, Budel, 2002, pag. 39-64.  
     
  17. Deut. 20: 10-14. Voor het verschil tussen veroveringen binnen en buiten het Beloofde Land zie noot 2.  
     
  18. A. Fattal, Le statut légal des non-musulmans en pays d'islam, Beiroet, I958, pag. 37-57; 
    A. Khoury, Toleranz im Islam, Miinchen & Mainz, l980, pag. 73-81. 
     
  19. Zie A. Noth, 'Die literarisch überlieferten Verträge der Eroberungszeit als historische Quellen fur die Behandlung der unterworfenen Nicht-Muslims durch ihre neuen muslimischen Oberherren', in: T. Nagel, G.-R. Puin, C.-U. Spuler, W. Schmucker, A. Noth, Studien zum Minderheitenproblem im Islam I, Bonn, l973, pag. 282-3l4.  
     
  20. Noth, op. cit., pag. 287, 305 f. 
     
  21. Khouri, Toleranz, pag. 53-6l.  
     
  22. Deut. 20: 12-14. Zie p. 4 en noot 16.  
     
  23. L. Van Rompay, 'Opkomst en groei van onafhankelijke volkskerken in het Oosten tot aan de Arabisch-islamitische veroveringen (45l-64l)', in: H. Teule &A. Wessels (red.), Oosterse christenen binnen de wereld van de islam, Heerlen & Kampen l997, pag. 17-34; 
    B. Spuler, Die Morgenländischen Kirchen, Leiden, 1964, pag. 54 -58 
    (Handbuch der Orientalistik, Abt. I, Bd. 8, Abschnitt 2); 
    R. Freudenberger, 'Christenverfolgungen', op. cit., pag. 29-32.
     
  24. F. M. Donner, The Early Islamic Conquests, Princeton, l98l, pag. l48-155. 
     
  25. Fattal, Le statut legal, pag. 48-50.  
     
  26. H. Kennedy, The Prophet and the Age of the Caliphates. The Islamic Near East from the Sixth to the Eleventh Century, Londen/New York, l986, pag. 82-83. 
     
  27. W. Kallfels, Nichtmuslimische Untertanen im Islam. Grundlage, Ideologie und Praxis der Politik frühislamischer Herrscher gegenüber ihren nichtmuslimischen Untertanen mit besonderem Blick auf die Dynastie der Abbasiden (749-1248), Wiesbaden, l995, pag. 52. 
     
  28. Koran 5: 5. 
    Zie ook H. Motzki, 'Marriage and divorce', in: J. Dammen Mc Auliffe, Encyclopaedia of the Qurân, deel 3, Leiden/Boston, 2003, pag. 277 f; 
    Y. Friedmann, Tolerance and Coercion in Islam. Intelfaith Relations in the Muslim Tradition, Cambridge, 2003, pag. l60 ff 
     
  29. Zie de uitvoerige versie van het afscheidscollege die apart gepubliceerd zal worden. 
     
  30. Een overzicht van de belangrijkste recente publicaties over het onderwerp geeft D. Thomas, 'Introduction', in: Christian-Muslim Relations. A Bibliographical History, deel I (600-900), red. D. Thomas /E. Roggema e. a., Leiden, 2009, 1-19.