Start Omhoog

Spinoza

God is ... één, eeuwig, noodzakelijk

Nieuw handschrift gevonden, nieuwe vertaling van de Ethica

Frans Gieles, parochie-blog, 2013

Van orgel naar boek

Uw 'parochiaan aan het woord' was in de afgelopen zomer 'parochiaan aan het orgel' in de Vianney-kerk. Graag gedaan. Hiervoor werd ik door de pastoraatsgroep verrast met een boekenbon. Hiervan kocht ik de nieuwe vertaling van Spinoza's boek Ethica.
 

Nieuw handschrift gevonden

Nog maar kort geleden is er in het Vaticaan een nieuw handschrift van dit boek opgedoken, waarna er een nieuwe vertaling verscheen. Het boek is ooit in het Vaticaan terecht gekomen omdat iemand vond dat het maar op de lijst van verboden boeken moest komen, de Index (die intussen is afgeschaft).

Waarom dan? Omdat Spinoza het noodzakelijke bestaan van God zelf beredeneert met behulp van de logica. Ook komt hij via de rede en de logica zelf tot ethiek, dus tot normen van wat goed en kwaad is - tot ('de boom van') kennis van goed en kwaad dus, wat Adam en Eva eigenlijk niet mochten maar toch deden. 

Daarbij heeft hij de kerk dan niet meer nodig; de mens in de Verlichting kan zelf zijn verstand gebruiken. Dit vond de kerk niet zo leuk. 

God

Het eerste hoofdstuk gaat over God. God is ... één, eeuwig, en Hij bestaat noodzakelijk. Alles in in Hem en "zonder Hem bestaat er niets" (Johannes 1, 2b). "Alles": de kosmos, door hem "de natuur" genoemd. God is overal, ook in ons.

Beroemd is zijn uitspraak "Deus sive Natura": "God oftewel de Natuur", ook te zeggen als "Deus sive substantia": "God oftewel Het Bestaande." Dit woord substantia, substantie, vraagt even bespreking, wat ertoe leidt om het ook nog even over dat "Eén" te hebben.

Veel, twee, of een?

Een substantie is bij Aristoteles 'iets dat bestaat en dus een oorzaak moet hebben'. Er zijn dus veel substanties, elk met een oorzaak, die ook weer een oorzaak heeft, tot hij uitkomt bij 'de Eerste Oorzaak van alle oorzaken": God.

Descartes pakt het anders aan. Hij abstraheert meer en komt dan tot maar twee substanties, bestaanswijzen zeg maar: materie en geest, ofwel lichaam en ziel die essentieel verschillend en dus gescheiden zijn. Dit heet "dualisme". Dit is door de kerk overgenomen.

Spinoza concludeert dat er maar één substantie kan bestaan, 'Het Zijn' zeg maar, en dat dit God is, zonder oorzaak, uit zichzelf bestaand, alles-bevattend, dus sive, tevens de kosmos, de natuur, inclusief de mens en zijn lichaam en zijn ziel. Deze zijn niet gescheiden, maar een, want God is Een, eeuwig en bestaat noodzakelijk.

Dvaita of a-dvaita

Als je dvaita - Sanskrit - spelt als duaita (zo zeg je het ook), lees je er het "dualisme" in: lichaam en ziel zijn gescheiden. A-dvaita is dan: niet gescheiden, maar een. Aldus het boeddhisme dat de a-dvaita predikt. Spinoza komt tot hetzelfde, hoewel hij het boeddhisme niet gekend kan hebben, gezien de grote afstanden in tijd en plaats en taal.

God is 'alles', zonder Hem is er niets.

Evenmin kon Spinoza op de hoogte zijn van het islamitische soefisme, waarvan Ibn Al-Arabi 'de' filosoof is (en Rumi 'de' dichter [*]). Ook daar is God één en alles beide. De kosmos (natuur) vloeit voort uit God als een teken van Hem waarin Hij zich openbaart: als emanatie, at-tajalli, The Self-Disclusure of God, zoals de titel van Ibn Al-Arabi's boek vertaald is (William C. Chittick; New York 1998).

[*] Gieles, Frans E.J., Rumi in de tijd en in deze tijd; Rumi Symposium, Stichting Islam en Dialoog, Museum Orientalis, 26 mei 2007 

Ook de gnostiek zegt dit: ook daar noemt men de schepping (kosmos, natuur) een emanatie (uitvloeisel) van God.

Geest en materie

Hierop doorpeinzend, zeggen de hier genoemde filosofen dus dat de materie voortkomt uit de Geest. Eerst was er de Geest, God, en toen kwam daaruit de materie voort. De materie is niet eeuwig, de Geest is dat wel. De Geest, de essentie van het bestaan, schept de materie - niet andersom.

Eerst is er de ziel, eeuwig, deze kiest zich een tijdelijk lichaam en keert dan terug. De essentie van de mens is niet zijn tijdelijke lichaam maar zijn eeuwige ziel. Plato en Plotinus zeggen hetzelfde.

De moderne neuroloog zegt het omgekeerde: de ziel (psyche, denken, voelen) komt voort uit de hersenen, dus uit materie. Lichaam dood? Ziel dood! Een visie waarin ik mij niet kan vinden.

Energie

De moderne natuurkundige ziet het anders dan de neuroloog. Alles is energie, zegt deze, het meest zuiver in de vorm van licht - sneller kan er niets gaan. Het licht, fotonen, botst dan op een boomblaadje en dat weet daar via fotosynthese materie van te maken: blad, hout, nerven, wortels.

Materie is gestolde energie. E=Mc2, zei Einstein, wat betekent: energie = materie maal het kwadraat van de lichtsnelheid. Dus een beetje materie - een atoom! - kan heel veel energie bevatten, weten we sinds Nagasaki wel. En: energie gaat nooit verloren, het kan alleen van vorm veranderen, maar is zelf oneindig, er altijd geweest, eeuwig en alles-bevattend, terwijl alle materie energie bevat.

Informatie

De modernste visie, ook de mijne, zegt dan: alles is energie en informatie. De energie, al dan niet gestold tot materie, is niet gelijkmatig, noch toevallig verdeeld over de kosmos, maar aan de hand van informatie. Men zegt dan dat energie niet verloren kan gaan, wel van vorm kan veranderen, en dat informatie evenmin verloren gaat, maar 'ingeschreven' blijft in de kosmos, ongeveer zoals informatie is 'ingeschreven in het DNA en in de ons bekende streepjescode. 

God

Dat alles energie is, is vrijwel letterlijk wat Spinoza en anderen "God" noemen: noodzakelijk, één, eeuwig, licht, alles bevattend, overal aanwezig, ook in ons.

Een verschil tussen Spinoza en kerk is wel dat de kerk (etcetera) God als een Persoon voorstelt die wikt en beschikt, die toeziet en bestuurt, beloont en bestraft met zijn Wil. God, zegt Spinoza, alias de kosmos, de natuur, werkt volgens de onverbiddelijke wetten van de natuur en dus van zichzelf - niet volgens wil of willekeur.

Sanata Dharma, de eeuwige wet(ten)

Een van die wetten - ook erkend in het boeddhisme - is dat het kwaad zichzelf oproept en bestraft en dat het goede zichzelf oproept en beloont. Deze zin heb ik gebruikt bij mijn voorwoord van een vertaling van een Turks islamitisch boek met nogal veelkleurige verhalen over hemel en hel [*]. Ook de moderne moslim, zo is mij verzekerd, neemt deze niet meer letterlijk, dus ik verzoek de lezer dit ook niet te doen, maar naar de diepere spirituele betekenis achter het verhaal te zoeken.

[*] De dood en de opstanding - Kijken met het hart - Door Seydâ Muhammad Konyevi - Oorspronkelijke titel: Ölüm ve Kıyamete Bakış - Uitgever: Rayhani Yayınevi, Istanbul, 2004 - Vertaling: Dr Frans Gieles, Deventer

Het verhaal van Spinoza...

... gaat nog door, want ik zit nog maar in het eerste hoofdstuk. De rest van het verhaal moet dan een andere keer maar eens verteld worden.
Frans

Start Omhoog