| Structuur in de leefgroepFrans
  Gieles Over klavertjes, worstjes en ...Inleiding
  Op
  22 november jl. sprak ik over dit onderwerp in een met 200 mensen tjokvol
  zaaltje. Van allerlei opleidingen waren hiervoor mensen naar Brasschaat
  gekomen. Hun vraag was vooral: hoe doe je dat nu?  We
  spraken toen over het scheppen van een leefklimaat in de groep op basis van
  contact met de bewoners: leg en onderhoud éérst dit contact en reguleer van
  daaruit, voor zover nodig, het groepsleven.  Contact
  leggen doe je steeds weer opnieuw, en je doet het als persoon. En als persoon
  verschil je nu eenmaal met je collega's. Op dit punt wil ik via het Kontaktblad
  nog even terugkomen, dit ter vermijding van misverstanden. Ik reageer daarmee
  ook op geluiden die ik in de wandelgangen opving.  Klaverblad of cirkel?
 In
  dit team liepen de meningen zeer uiteen over de vraag van de bewoners van die
  groep (oudere jongens), of ze op hun eigen kamer meisjes mochten ontvangen. Eén
  teamlid was sterk voor, één sterk tegen. Welnu: vanuit de cirkel-gedachte
  was het onmogelijk om tot een beleid te komen. Vanuit de klaverblad-gedachte
  wel.  Ik
  verzuimde toen in mijn voordracht aan te geven welke die oplossing dan wel
  was. Men zou kunnen veronderstellen, dat het ene teamlid maar alles toeliet en
  het andere alles verbood. ("En dat in onze Caritas-instellingen ..."
  hoorde ik mompelen) Maar de klaverblad-gedachte werkt anders. Vanuit
  de acceptatie dat de een anders is en mag zijn dan de ander, vertelden de vier
  groepsleiders van dit team hoe zij zelf over de vraag van de jongens dachten
  en hoe dit samenhing met hun eigen opvattingen, hun eigen opvoeding en hun
  levensverhaal. Juist omdat er niet gestreefd werd naar een eenheids-worst kón
  ieders verhaal verteld en beluisterd worden. Daarná was het mogelijk om tot
  een gezamenlijk, zij het klaverblad-achtig, beleid te komen. Namelijk: Een jongen
  kán een meisje meenemen naar zijn kamer als 
 
 Nu
  het klaverblad-achtige: Omdat deze groep geen mentor-systeem kent, wordt het uiteindelijk
  "ja" of "nee" overgelaten aan de groepsleider die op dat
  moment dienst heeft. Die groepsleider heeft ook het recht zijn eigen persoon
  en mening mee te laten spelen. Dus wél gezamenlijke criteria, maar géén
  algemeen-altijd-voor-ieder-geldende regel, maar telkens een besluit op grond
  van de mensen die er dán zijn en hun contact met elkaar. Dat kan per
  jongen, per leider en per situatie verschillend uitpakken.  Ik
  wijs, uit de ervaring met een andere groep uit hetzelfde onderzoek (met oudere
  meisjes) erop dat een dergelijk beleid heel goed werkbaar is, zij het dat het
  daar de mentor is die de afspraken maakt.  Direct
  na deze teambespreking kwam de vraag van de jongens aan de orde in het groepsgesprek.
  De jongens vonden het een goede regeling en gingen heel mild om met het
  verschil tussen hun groepsleiders, een verschil dat zij heel goed kenden. Zij
  lieten de op dit punt strengere groepsleiders heus niet vallen; die voor hen
  op allerlei andere punten veel betekenis. Tot zover het voorbeeld, nu wel
  uitgewerkt.  Het
  voorbeeld toont ook aan dat ik zeker niet bedoelde te zeggen dat iedere leider
  maar moet doen zoals zijn pet staat. Ik benadrukte immers steeds dat je als
  groepsleider je manier van reguleren moet afstemmen op contact met de groep.
  En de groep zal met een aantal verschillen tussen hun groepsleiders heel goed
  kunnen omgaan. Waar dat niet kan, zal de groep dat ook laten blijken. Een
  groot verschil in bedtijden, bijvoorbeeld, zal niet worden aanvaard.  Kan
  dat dan allemaal wel ? Deze vraag kwam in de reacties naar boven, vooral gezien de groepsgrootte in België:15 kinderen. In Nederland ligt dit op 8 a 12. Deze vraag hield mij ook bezig toen ik de avond tevoren hoorde over de groepsgrootte. 
 Ik
had het ook zeker voorzichtiger onder woorden gebracht als ik niet vlak tevoren
met eigen ogen had gezien dat het wél kan. In de ene groep waren de 
kinderen aan het opruimen; de twee groepsleiders hadden duidelijk oogcontact met
de kinderen en de kinderen waren ook gericht op hun groepsleiders.  De
kinderen maakten een ontspannen en tevreden indruk en ook de groepsleider voelde
zich kennelijk rustig bij deze manier van structuur bieden of, wat ik liever
zeg, reguleren. Deze manier kost ook zo weinig tijd: oogcontact gaat bliksemsnel
en menselijke intuïtie werkt, mits niet ingeperkt door een strak systeem van
regels, razendsnel.  Rivier
of kanaal ? Dus:
de voor de groep (gezien de groepsgrootte) noodzakelijke regulering kun je beter
niet doen via altijd-voor-allen-geldende regels ("als een kanaal");
beter kun je in voortdurend contact met de kinderen, individueel en gezamenlijk,
bepalen wat en hoe en of er iets te reguleren valt: "Als een rivier".  Dat geeft rust bij kinderen en groepsleiding, die nooit bereikt wordt met de cirkel- of de kanaal-methode. 
 |