Vorige Start Omhoog Volgende

Hoofdstuk 9                  

Mijn eigen visie op het onderwerp pedofilie

 

Gedurende mijn literatuuronderzoek is gebleken dat er een vertekend beeld is ontstaan over pedofilie. Het doel van deze scriptie was dan ook om mensen te informeren over wat pedofilie nu daadwerkelijk is. Maar wat vind ik nu eigenlijk zelf van pedofilie?  

Ik ben in mijn scriptie begonnen met een onderscheid aan te brengen tussen een pedofiel en een pedoseksueel.  

AB: Pedofiel

BC: Pedoseksueel

A: Pedofiel, zonder seks, met liefde
B: Pedofiel en Pedoseksueel, met seks, met liefde of aantrekkingskracht

C: Pedoseksueel, met seks, zonder aantrekkingskracht

Hier is te zien dat pedofilie en pedoseksualiteit elkaar niet uitsluiten maar elkaar overlappen. Tevens vallen ze niet samen, maar staan ze ook niet los van- en tegenover elkaar. ‘A’ en ‘B’ staan voor het begrip ‘pedofiel’, ‘B’ en ‘C’ staan voor ‘pedoseksueel’. ‘A’ staat voor de pedofiel die geen seks, maar wel de liefde heeft, ‘C’ voor de pedoseksueel die de aantrekkingskracht niet heeft maar wel seks en ‘B’ staat voor de pedofiel of pedoseksueel die zowel de seks als de liefde of aantrekkingskracht heeft.  

Vervolgens heb ik een tweede onderscheid aangebracht, namelijk tussen de ik-gerichte pedofiel en pedoseksueel en de kind-gerichte pedofiel en pedoseksueel.  

 

1: Kind-gericht

2: Ik-gericht

A1: Kind-gerichte pedofiel zonder seks, met liefde

B1: Kind-gerichte pedofiel en pedoseksueel met seks, met liefde

           C1: Kind-gerichte pedoseksueel met seks, zonder     liefde

 

A2: Ik-gerichte pedofiel zonder seks, met aantrekkingskracht

B2: Ik-gerichte pedofiel en pedoseksueel met seks, met aantrekkingskracht

C2: Ik-gerichte pedoseksueel met seks, zonder         aantrekkingskracht

Bij dit onderscheid sluiten de begrippen elkaar uit, er zit echter wel een grijs middengebied tussen. Iedereen is wel een beetje ik-gericht en ook de grootste egoďst is een beetje kind-gericht. In het grijze middengebied speelt zich het leven en dus ook de behandeling af. De gebieden erboven en eronder dienen als richtingaanwijzer: die kant niet op, die kant wel op. 

Daarna heb ik gekeken naar de ethische normen en deze uiteindelijk aanvaard. De ethische normen zijn de richtlijnen genoemd in hoofdstuk drie.  

 

a: houdt zich aan de richtlijnen

b: houdt zich niet aan de richtlijnen

2: houdt zich per definitie niet aan de richtlijnen

     

A1a: Kind-gerichte pedofiel die zich aan de richtlijnen houdt, geen seks, met liefde

B1a: Kind-gerichte pedofiel en pedoseksueel die zich aan de richtlijnen houdt, met seks, met liefde

C1a: Kind-gerichte pedoseksueel die zich aan de richtlijnen houdt, met seks, zonder liefde

 

A1b: Kind-gerichte pedofiel die zich niet aan de

     richtlijnen houdt, geen seks, met liefde

B1b: Kind-gerichte pedofiel en pedoseksueel die zich niet aan de richtlijnen houdt met seks, met liefde

C1b: Kind-gerichte pedoseksueel die zich niet aan de richtlijnen houdt, met seks, zonder liefde

 

A2: Ik-gerichte pedofiel die zich per definitie niet aan de richtlijnen houdt, zonder seks, met aantrekkingskracht

B2: Ik-gerichte pedofiel en pedoseksueel die zich per definitie niet aan de richtlijnen houdt, met seks, met aantrekkingskracht

C2: Ik-gerichte pedoseksueel die zich per definitie niet aan de richtlijnen houdt, met seks, zonder     aantrekkingskracht

A1a, B1a en C1a houden zich aan de richtlijnen. Hieronder zit een grijs middengebied, wat staat voor het volgen van de richtlijnen: dit is natuurlijk nooit ‘helemaal wel’ of ‘helemaal niet’. De ene persoon zal de ene richtlijn meer volgen dan de andere persoon. Men kan de wil wel hebben om de richtlijnen te volgen maar kan toch uitglijden. Onder het grijze middengebied zitten A1b, B1b en C1b welke zich niet aan de richtlijnen houden. Ook hier is weer sprake van een grijs middengebied. A2, B2 en C2 houden zich per definitie niet aan de richtlijnen omdat deze puur op zichzelf gericht zijn.

Met deze gegevens kon ik de begrippen, die in feite handelingen representeren, ethisch inkleuren. 

 

Groen: Ethisch juist

Rood: Ethisch onjuist

De ik-gerichte pedofiel en pedoseksueel is niet ethisch, dus 2 is ethisch onjuist. Het niet gebruiken van de richtlijnen is ook niet ethisch dus 1b is ook ethisch onjuist. Maar ook C1a is ethisch onjuist omdat geen liefde maar wel seks volgens mij ethisch onjuist is. 

Op deze manier heb ik een grens tussen ethisch onjuist en ethisch juist geformuleerd.

 

 

Paars: De grensbepaling

Zoals in het schema te zien is heb ik de grens getrokken bij A1a en B1a, de kind-gerichte pedofiel die zich aan de richtlijnen houdt, geen seks heeft maar wel de liefde heeft en de kind-gerichte pedofiel en pedoseksueel die zich aan de richtlijnen houdt, die zowel de seks als de liefde heeft.

Daarna heb ik nog een nuance aangebracht. 

 

Groen:  ‘ok’

Oranje: ‘pas op’

A1a heb ik hier groen gekleurd waarmee ik wil aangeven dat deze vorm van pedofilie ‘ok’ is. B1a heb ik oranje gekleurd, omdat dit een risicogroep is. Deze vorm van omgang hoeft niet helemaal afgekeurd te worden en krijgt dus geen rode kleur maar oranje omdat men hier moet oppassen. Hier kan de omslag van gevoelens namelijk opkomen welke in paragraf 3.2 besproken is. Het risico bestaat dat het kind op latere leeftijd de relatie anders beleeft. Wat hij toen wel als prettig ervaarde, wordt nu als negatief ervaren. Het gevoel draait dus 180 graden.  

Men moet het proberen te houden bij A1a, de kind-gerichte pedofiel die geen seks heeft met het kind maar wel gevoelens heeft voor het kind en welke de richtlijnen volgt. Het is hierbij belangrijk dat de pedofiel het gevoel wat hij heeft accepteert maar het wel seks-vrij houdt. De hulpverlening zou hierbij respectvol moeten helpen. Deze schiet, naar mijn mening, nog steeds vaak te kort omdat ze gericht zijn op ‘het genezen van’ dan wel ‘het controleren van’ en niet op ‘het omgaan met’.  

De maatschappelijke reactie op pedofilie vind ik begrijpelijk maar deze kan te ver gaan. Artikel 1 van de Grondwet is ook op pedofielen van toepassing. We zijn allemaal mensen en verdienen het om op een juiste en gelijkwaardige wijze behandeld te worden. De wet is er onder andere om ervoor te zorgen dat eigenrichting wordt tegengegaan. Het vernielen van eigendommen van een ander is net zogoed strafbaar als misbruik van een kind.  

De hulpverlening met betrekking tot de reďntegratie in de maatschappij zou verbeterd moeten worden. Pedofielen krijgen weinig hulp bij het opbouwen van een nieuw bestaan. Voor een groot deel heeft dit te maken met de maatschappij, zij geeft de pedofiel geen kans. Doorgaans staat de pedofiel er alleen voor: eigendommen worden vaak onbeheerd achtergelaten omdat deze niet kunnen worden opgeslagen. Als de pedofiel weer thuis komt, komt het regelmatig voor dat spullen zijn vernield.

Vorige Start Omhoog Volgende