Start Omhoog

De Lijdensweek en Pasen

Frans Gieles, Parochie-blog, Pasen  2014

Jaarlijks probleem

Elk jaar bezorgde de Lijdensweek en Pasen mij, Frans van de Broederenkerk, weer problemen. In de tuin van Getsemane bidt Jezus in doodsnood; hij weet kennelijk wat er staat te gebeuren. Hij zegt, kort gezegd, "Niet mijn wil, maar Uw wil geschiede". Dit is mooi en het navolgen waard, maar ...

Was dit lijden nu de wil van God?

Wilde God een zoenoffer, zijn zoon gemarteld en gedood, om mens en God te verzoenen na alle zonden van de mensen sinds Adam? Was God boos? 


Een kerkraam met het verhaal van Palmzondag t/m Pasen

Wilde Hij per se een offer? Verzoening? Moest Zijn Zoon zich hiervoor opofferen? Is Christus gemarteld en gestorven voor en vanwege onze zonden, zoals ons is geleerd?

In zo'n wraakzuchtige God kan ik niet geloven. Ik zoek naar een andere interpretatie. Die vond ik [*] en die zie ik nu bevestigd door anderen.

[*] De verzoeningsleer - God heeft geen verzoening nodig, dus de mens ook niet, hooguit met zichzelf, zijn diepere ik. Wat de mens nodig heeft, is een correctie, een terugkeer naar God - Frans Gieles, 6 maart 2012, Voordracht, Broederenkerk, Heilige Lebuinus Parochie, Deventer

Nee, dit heeft God niet gewild

Dat het wel zo gelopen is, is een zaak van mensen: Jezus provoceerde nu en dan de godsdienstige elite van destijds, bijvoorbeeld door mensen te genezen op de sabbat en door hen "adderengebroed" te noemen. Dit beviel de luisteraars wel, maar de elite minder. De elite maakte gemene zaak met de bezetter, de Romeinse autoriteiten, die geen opstandig volk konden gebruiken. Zij wisten Jezus te pakken te krijgen, te veroordelen, te martelen en te doden. Pilatus trad erg laf op tegenover het opgehitste volk, dat hier geen "Minder! Minder! Minder!" schreeuwde, maar "Kruisig hem!"

Een puur wereldse gang van zaken, van geen kant Gods wil. God is liefde, geen wraak.

De volgelingen van Jezus dachten nog steeds dat hij te paard en met een leger de Romeinen zou verjagen en zelf koning zou worden. Jezus kwam echter per geleende ezel, niet te paard, en zonder leger. Zijn kracht was Het Woord van God. Na de arrestatie vluchtten zij en dachten zij 'Einde verhaal.' - Tot na Pasen: toen kwam er een ander verhaal, een meer spiritueel verhaal dan dat van die koning te paard en met een zwaard.

Daarna begon het interpreteren

Er moest een nieuw verhaal verteld worden. Daarbij is het nogal mis gegaan. Paulus predikte al de verzoeningsleer, hierin enthousiast gevolgd door Augustinus. Zij volgden het oude godsbeeld van het Oude Testament, of het vermeende godsbeeld daarvan - God vergaf immers ook steeds weer, het beeld van de jaloerse en wraakzuchtige God die heerste als een koning van die tijd, ook als de goden van die tijd die zoenoffers vroegen voor de zonden van de mensen. Hun God vroeg 'dus' een offer, ook voor 'de erfzonde' - ook weer zo'n leerstuk van de latere kerk.

De latere kerk? Ja, deze dogma's zijn pas eeuwen later opgekomen en aangenomen. Zo is de verzoeningsleer in de wereld gekomen: de wraakzuchtige God die zijn Zoon geofferd wilde zien ter verzoening met de zondige mensheid. Interpretatie achteraf dus, interpretatie van mensen. Deze verzoeningsleer is nog steeds te beluisteren in meerdere liturgische teksten.

Er is een nieuwe interpretatie nodig 

- ook een interpretatie achteraf, overigens, we hebben geen andere keus en de mens wil toch een interpretatie, een zinvol verhaal. Als we nu eens beginnen met dat 'offer' tussen aanhalingstekens te zetten, dus symbolisch op te vatten: 'als ware het een offer'.

Zelf zocht ik al jaren naar een meer zinvolle interpretatie van het verhaal van Goede vrijdag en Pasen. Die vond ik ook wel, een beetje stilletjes in mijn eentje, maar ook in veel gesprekken met medeparochianen en andere medechristenen. Het bleek mij dat, bijvoorbeeld in protestantse kringen, "niemand meer gelooft in dat verzoeningsverhaal, dat zoenoffer", zo werd mij verzekerd.

Het gehele lijden en verrijzen kreeg gaandeweg zijn plaats in een veel meer zinvol verhaal dat ook mijn verhaal, mijn interpretatie kan zijn - en dit eigenlijk als was. Niet alleen door zelf te zoeken. Er waren en zijn pastores en gespreksgroepen in de parochie die mij op weg hielpen. 

Een nieuwe interpretatie

Deze is dus dat de marteldood van Jezus zeker niet Gods wil was, ook al dacht Jezus dit blijkbaar zelf wel. Het is een misdaad van mensen. Ook misdadige mensen hebben een vrije wil, dus het is nu eenmaal gelopen zoals het gelopen is. God heeft niet ingegrepen.

Het is aan ons om de lijdende Christus een plaats te geven. Die verdient hij: hij accepteerde het onvermijdelijke, nadat hij altijd al elke vorm van wapengeweld heeft afgewezen en bewust toch naar Jeruzalem is gegaan om te prediken, zijn zelf-opgenomen taak, wetend dat de autoriteiten hem zochten en wilden doden, zeer consequent dus en ook heel moedig. 

Onze voorman is de lijdende Christus, niet een heerser met het zwaard; voor die verleiding is hij niet bezweken. Na de broodvermenigvuldiging wilden de mensen hem tot koning kronen, maar Jezus trok zich in stilte en gebed terug in de bergen. (Johannes 6, 15) Hij kwam per geleende ezel, niet te paard en ongewapend. Hij oordeelde ook niet: hij bad, hij genas en vergaf.

Helaas is de voorman van de moslims, met verder alle respect, wel voor deze verleiding bezweken. Hij begon voor hem onverwacht en zijns ondanks als visionaire prediker en schrijver ("Heer, ik kan niet lezen en schrijven"), maar liet zich uiteindelijk door de mensen benoemen tot rechter, politicus en zelfs generaal.

Het probleem, overigens, ook van Mozes. Deze was al tegen zijn zin prediker geworden ("Heer ik kan niet spreken"), daarna werd hij ook nog rechter, politicus en generaal. 

Zo ging dat in die tijd; de scheiding der machten was nog niet uitgevonden, hoewel in het oude Israel de functies van koning en profeet later wel gescheiden waren.

Voor mij niet het insprirerende voorbeeld, Mozes noch Mohammed. Jezus, Maria, De Boeddha, Socrates, Sint Franciscus, Don Bosco en de huidige paus Franciscus zijn dat wel.

Pasen: een nieuw verhaal

Zonder Pasen was het inderdaad 'einde verhaal' geworden. Pasen veranderde alles en noopte tot een nieuw verhaal. Niet met de kruisdood, maar met Pasen werkten de goddelijke krachten die Jezus, blijkens al die genezingen en wonderen, ook tijdens zijn leven al bleek te bezitten.

Er is leven na de dood

Het was altijd al bekend, maar het is in onze tijd nu goed gedocumenteerd en bewezen geacht dat er leven is na de dood. Vol ijver lees ik hier nu een boek over dat vol staat met de nu bekende 'bijna-dood-ervaringen', nu "BDE's" genoemd.

Hieruit blijkt dat de mens niet alleen een aards en tijdelijk lichaam heeft maar meer dan dit: men ervaart er een ander soort lichaam, meestal "etherisch lichaam" genoemd, dat er uitziet als het menselijke lichaam, maar dat niet meer materieel is, dat een andere vorm van energie is; een lichaamsvorm in een andere dimensie dan onze tijdruimtelijke dimensie, in een dimensie waarin tijd en ruimte geen rol meer spelen.

Materie immers is gestolde, stilgezette energie, ontdekte Einstein. E=MC2, ofwel: materie = energie, zij het vermenigvuldigd met een zeer hoge factor, het kwadraat van de lichtsnelheid. De lichtsnelheid is de grens van de materie; het kwadraat is er misschien omdat licht alle kanten opgaat, dus geen cirkel maar een bol vormt. In essentie is alles dus energie - en informatie, want niet willekeurig verdeeld.

Wat de leerlingen dus hebben gezien - hun getuigenis is eenstemmig en betrouwbaar - is dan het etherische lichaam van Jezus: hij liep zomaar door een deur heen, onbelemmerd door de tijdruimte. Misschien zagen zij dit ook in een visioen, d.w.z. een geestestoestand waarin de mens open staat voor de andere dimensie(s).

Gieles, Frans E.J., Pasen en dimensies; Parochie-blog, Pasen 2012 

Er is meer dan een aards lichaam

Ook Paulus spreekt hierover. In 1 Kor. 15 spreekt hij over "lichamen", meervoud:

het aardse (σωµα επιγεια, soma epigeia, 'aards lichaam' - 15: 40) en 
het hemelse, (σωµ&alpha επουρανια, soma epourania - 15:40). 
 
Het aardse sterfelijke lichaam: σαρξ, sarx, letterlijk 'vlees' (15: 39) - puur aards dus, 
het geestelijke lichaam, σωµα πνευματικον, soma pneumatikon; 
 
Bij Aristoteles is het tweede het etherlichaam, 
in het boeddhisme het prana, 
tegenwoordig het energetische of etherische lichaam genoemd - tussen aarde en hemel in - en 
het "natuurlijke lichaam", zoals het slecht vertaald is; 'natuurlijk' lezen wij als 'aards', terwijl bedoeld lijkt te zijn: puur, zuiver, ontdaan van alle aardse kenmerken, dus eigenlijk geen lichaam meer, maar ziel. 
Paulus schreef in het Grieks: σωµα ψ&upsilonχικον, soma psychikon, psychisch lichaam, in de meeste tradities meestal het astrale lichaam of (zoals bij Plato en door ons) ziel genoemd - puur hemels: de derde vorm. 

De termen zijn verwarrend door die slechte vertaling als "natuurlijk lichaam"; ook omdat wij nummer twee ook de psyche van de mens noemen, terwijl het woord pneuma ook wel voor de ziel gebruikt wordt, dus voor nummer drie. Maar goed, er is dus

een puur aards en sterfelijk lichaam,
een tussenvorm (door de kerk ook verheerlijkt lichaam genoemd - misschien zijn engelen ook zo'n tussenvorm) en
een puur hemelse bestaansvorm die wij ziel noemen.

Jezus' sterfelijke lichaam was en bleef gestorven, maar hij had er nog twee in reserve, even zo gezegd, om zijn taak te voltooien. Altijd handig om iets in reserve te hebben als je iets mist - en niet alleen je fietssleutel.

Kort na de dood van zijn andere opa vroeg ik mijn kleinzoon: "Hoe kan het eigenlijk, dat je één vader en één moeder hebt, maar twee opa's en twee oma's?" Kleinzoon: "Dan heb je er een in reserve!"

Er lag nog een taak

Jezus wilde gewoon nog niet weg van de aarde, hij had zijn taak nog te volbrengen omdat zijn leerlingen nog steeds aan een aards koninkrijk dachten met een koning en een leger. Van de Boeddha wordt hetzelfde verteld. Een boeddha, een verlicht mens, kan naar het Nirwana, maar kan ook op aarde willen blijven en opnieuw reïncarneren om de mensheid te helpen. De Boeddha wilde nog niet naar het Nirwana; pas als alle mensen verlicht zouden zijn wilde hij gaan. De Egyptenaren geloofden ook dat de goden terug konden komen op aarde om de mens te helpen, vaak in de vorm van een dier. Daarom waren bepaalde dieren daar heilig: het kon zo maar een godheid zijn immers.

Moest dit gebeuren?

"Meent gij dat ik mijn Vader niet kan aanroepen en Hij zal mij terstond meer dan twaalf legioenen ter zijde stellen? Hoe zouden dan de schriften in vervulling gaan, die zeggen dat het aldus moet geschieden?" (Math. 26: 54)
Bach, Mattheus Passion nr 28: "Es muss also gehen."
"Dit alles is geschied opdat de schriften der profeten in vervulling zouden gaan." (Math 26: 56)
Bach, Mattheus Passion nr 28: "Aber das ist alles geschehen, dass erfüllet würden die Schriften der Propheten."

Bach geeft nog zo'n tekst in zijn Matheus-Passion (nr 58a):

"... auf dass erfullet werde das gesagt ist durch den Profeten: ..."

Deze tekst ontbreekt echter in onze huidige vertalingen; niet in de klassiek-RK-kerkelijke Latijnse versie: (Math. 27: 35b)

"... ut impleretur quod dictum est per Prophetam dicentem: ...",

maar dit ontbreekt weer in de Griekse, de meest oorspronkelijke tekst; de passage is dus waarschijnlijk later toegevoegd. 

Matheus citeert herhaaldelijk de geschriften om aan te tonen dat deze nu vervuld worden. Over Jezus zei Matheus bijvoorbeeld ook zoiets bij zijn eerste optreden in Caphaernaum:

"... opdat vervuld zou worden het door de profeet Jesaja gesproken woord, toen hij zei: ..." (Math 2: 14)

Lucas, maar dan in Nazareth: Jezus opende de boekrol bij Jesaja ... [en zei:]

"Heden is dit schriftwoord voor uw oren vervuld." (Lucas 4: 22)

Nu de inhoud van dit verhaal

Matheus zegt in zijn lijdensverhaal dat dit alles moest gebeuren opdat de geschriften van de profeten in vervulling zouden gaan: het staat geschreven, dus het moet gebeuren. Nee, waarde Matheus, iets gebeurt niet omdat het voorspeld is, het is voorspeld omdat het gaat gebeuren. 

Maar dan nog: Staat Gods wil in de geschriften? Kenden de profeten die wil? Is er geen keuze meer? Zijn het echt voorspellingen? Ik lees er eerder in: opdat het visioen van de profeten werkelijkheid zou worden. Geen voorspelling maar visioen, ideaal, hoop, wens, verlangen, gebed.

De profeten hadden een visioen dat alles ooit beter zou worden door een Messias, een Verlosser: 'Er moet toch echt wel ooit zo iemand komen ...'. Jezus kende deze teksten, zeer goed zelfs. Hij moet begrepen, gedacht, geconcludeerd hebben dat hier zijn levensopdracht was beschreven: hij nam zelf en vrijwillig die taak, die rol op zich; ging bidden, mediteren, luisteren naar zijn ziel - dus naar God - en prediken: "Het Koninkrijk Gods is al onder u, in u," als u God, die als een goede vader is, gaat dienen en de naaste gaat dienen en vergeven.

Jezus heeft dus de ' voorspellingen' zelf waar gemaakt door ze zelf als leidraad van zijn leven te kiezen. Wat er gebeurd is, is niet gebeurd omdat het voorspeld was, maar doordat het als visioen en verhaal verteld was en doordat Jezus, die de schrift kende, de taak op zich nam om dit visioen van vrede waar te gaan maken. Het is niet voorspeld omdat, maar opdat het zou gebeuren.

Lijden en Pasen

Pasen was niet mogelijk geweest zonder de kruisdood. Dit plaatst dit ellendige verhaal ineens in een geheel ander perspectief. Niet de uitleg dat God dit gewild heeft, nee. Wel dat God, Vader, Zoon en Heilige Geest (vergeet Pinksteren niet!), nu dit toch, ondanks Zijn/Haar/Hun wil, nu eenmaal gebeurd was, hun wil tot verlichting der mensheid ook krachtig voortzetten door van de gegeven omstandigheden gebruik te maken: na Goede Vrijdag volgden Pasen en Pinksteren.

Hiermee krijgt het lijden een heel andere lading: het is niet voor niets geweest; het is niet 'einde verhaal', eerder 'begin Verhaal': het christendom werd geboren. Na Pinksteren veranderden de bange apostelen in zeer moedige mensen die dit Verhaal gingen verkondigen tot ver buiten hun woonplaatsen. Zij hebben het met hun leven moeten bekopen.

De kerk

Petrisch?

De kerk, als organisatie, begon, zo is lang gedacht, Petrisch: "Op deze rots zal ik mijn kerk bouwen". Vermoedelijk een latere tekst, een interpretatie achteraf.

Johannitisch

De eerste kerk was eigenlijk vooral Johannitisch: spiritueel, zonder veel organisatie en macht, veelvormig en lijdend, want vervolgd. 

Petrisch

Toen kwam de Petrische kerk: de rots. Keerpunt was de (politiek gemotiveerde) 'bekering' van keizer Constantinus, waarna plotseling het gehele Romeinse Rijk christelijk was geworden. Hij verkoos één godsdienst voor het hele rijk boven de veelheid die er toen was. Hij merkte dat ook het christendom veelvormig was en organiseerde het concilie van 325 in Nicea, dat de opdracht had om één zuivere leer te formuleren. Ons Credo komt nog daarvandaan. 

Kathedralen verrezen en de kerkelijke autoriteiten droegen de kleding van de wereldlijke Romeinse autoriteiten. Deze traditie is tot op heden gehandhaafd, zij het met een andere betekenis, namelijk die van 'functie', '(be)dienaar', niet meer 'macht'. De kerk werd een stevige organisatie, een machtige ook: het was de paus die de keizer (uitkoos en) kroonde.

Paulinisch

Paulus is de man van de theologie, de zuivere leer, de dogma's, de juiste interpretatie, waaronder de verzoeningsleer. Augustinus volgde hem hierin. De kerk werd een kerk van de juiste leer - en van de Inquisitie, een ernstige dwaling.

In de tijd van de Reformatie ging dit beslag gisten: er kwam een andere leer, dan een tegen-leer (de contra-reformatie), en daarna een enorm aantal opsplitsingen in groepen die elk voor zich meenden De Enige Juiste Leer te verkondigen. Dit spreekt ons nu niet meer aan. Dogma's en theologische spitsvondigheden laten wij voor wat ze zijn, daar gaat het niet om.

Nu wordt de kerk weer Johannitisch

Wij maken nu de wending mee naar een Johannitische kerk, de spirituele kerk die God eert en de naaste helpt, die niet oordeelt maar vergeeft en verbindt, die geen rijkdom wil maar tevreden is met armoede en soberheid: een meer vergeestelijkte kerk. Paus Johannes de 23e maakte er al een begin mee, maar hij leefde te kort.

Paus Franciscus markeert deze omslag nu markant en goed. Hij is niet de scherpzinnige theoloog die de dogma's in stand wil houden, maar de sober levende omarmer van gehandicapten en asielzoekers. "Wie ben ik dat ik over anderen zou oordelen?"

Zalig Pasen!
Frans

Start Omhoog