Start Schrijftafel Brug Leestafel Brug

De verzoeningsleer

God heeft geen verzoening nodig, dus de mens ook niet, hooguit met zichzelf, zijn diepere ik. Wat de mens nodig heeft, is een correctie, een terugkeer naar God. 

Frans Gieles, 6 maart 2012, Voordracht, Broederenkerk, Heilige Lebuinus Parochie, Deventer. 

“Niemand die daar nog in gelooft”

In januari 2009, sloten wij, de Raad voor Levensbeschouwing in Deventer, de kerstperiode af met een thema-avond over Jezus in de islam en in het christendom. Ik hield toen een voordracht over “De historische Jezus”. Wijlen Jansje van de Lebuinuskerk, legde de verzoeningsleer uit. Zij vertelde erbij dat 

“niemand daar tegenwoordig nog in gelooft”. 

Nieuwe theologie

Daarvoor in de plaats is sinds, zeg maar de jaren zestig van de vorige eeuw een andere theologie gekomen. Deze theologie wil terug naar de historische feiten; zo lezen zij het evangelie. De wonderen en de opstanding duiden zij als mythen. 

Een mythe is niet zo maar een verhaaltje, maar een manier om iets erg belangrijks te vertellen dat het hier en nu en het aardse verre te boven gaat. Denk aan 

de vele gelijkenissen van Jezus, 
de wonderen van Mozes, 
de Baghavad Ghita, 
het Gilgamesj Epos, aan 
Homerus, 
het verhaal van Plato over de mensen in de grot – en aan onze sprookjes die de eeuwen getrotseerd hebben en nog steeds verteld worden. 
Het verhaal van Roodkapje bevat een boodschap voor meisjes, 
het verhaal van Klein Duimpje is mijn levensverhaal geworden: inspirerend, richtinggevend, belangrijk. 

Zo ook, in de nieuwe theologie, het evangelie. Het vertelt iets erg belangrijks – in de taal van toen: in de vorm van verhalen. Iedereen begreep toen dat die niet letterlijk bedoeld waren, maar een achterliggende betekenis hadden. 

De verzoeningsleer 

Deze is, kort gezegd, dat God boos was geworden op de mensen. Dit is begonnen met de zondeval van Adam en Eva: het eten van de Boom van Kennis van Goed en Kwaad. Wel een heel bijzondere naam voor een boom. Toen trad de erfzonde in, waar ieder mens mee geboren werd. God werd boos en eiste een zoenoffer. In het Oude testament komen we die herhaaldelijk tegen; het behoorde tot het normale denken van die tijd en cultuur. In sommige culturen nu nog. 

God eiste zoiets al, zei men toen, van Abraham: zijn zoon Isaak, wat later gezien werd als een voorafspiegeling van het eigenlijke zoenoffer: God eiste de dood van zijn zoon als middel tot verzoening. 

Dit lukte. Daarna was God verzoend, was de erfzonde vergeven – als je gedoopt werd tenminste – was de mensheid verlost en werd Jezus beloond met de Opstanding. De mensen kregen de Heilige Geest als gids. In de eucharistie wordt het zoenoffer dan herdacht en herhaald. Alles is weer in orde – ook al gedraagt de mens zich nog vaak als Kaïn, niet als Abel. 

Niet te geloven 

Hier kan ik niet in geloven. Een God die een dergelijk offer eist, dat is geen liefdevolle vader maar een meedogenloze grillige boze wraakzuchtige God, die van het Oude Testament. Het is het godsbeeld van die tijd: het hemelse equivalent van de heersers van toen, de machtige boze grillige en wraakzuchtige koningen, keizers en landheren. Men kende geen andere heersers. Juist Jezus bracht ons een ander godsbeeld: dat van een liefdevolle vader. Dit beeld strookt niet met de verzoeningsleer. 

Hoe kwam die leer er? 

Het begin ervan kan ik in het evangelie zelf niet ontdekken. Wel dat Jezus de wil van de Vader wil volgen – “Uw wil geschiede” en denk aan zijn gebed op de avond van Witte Donderdag – maar nergens kan ik vinden dat zijn dood de wil van de vader was. Misschien zag hij dit toen wel zo, in wanhoop. De Vader wilde heel iets anders: een koninkrijk van vrede en liefde op aarde, geen moord en doodslag – Abel, geen Kaïn. 

Wel tref ik de verzoeningsleer aan bij Paulus, vooral in zijn brief aan de Romeinen, en later bij Augustinus. De Romeinen zagen in hun stad steeds van die offers – en een grillige keizer die met zijn duim omhoog of omlaag besliste over het lot van de kampvechters in de arena, vaak christenen die weigerden te offeren. Het beeld van een zoenoffer moest hen wel aanspreken. 

Na de dood, de opstanding en de hemelvaart van Jezus worstelden de eerste christenen met de vraag: 

hoe kon dit toch gebeuren? Alles wat er gebeurt, is Gods wil 
hoe kan dit toch Gods wil geweest zijn? 
Hoe kunnen we dit verklaren? 

Zo kwam de verzoeningsleer op, als uitleg van het onbegrijpelijke. Nu nog treffen we de verzoeningsleer aan, bijvoorbeeld in het blauwe boekje met de getijden, vooral in de gebeden daarin. Bij het middaggebed verander ik die altijd een beetje. 

Een andere uitleg 

Ik heb genoeg aan een heel andere uitleg van Jezus’ lijden en dood. Hoewel de islam er niet in gelooft, evenmin als sommige gnostici, wordt zijn kruisdood nu toch wel gezien als een historisch feit: dit is gewoon gebeurd en beschreven. Maar waarom? Daarvoor heb ik geen theologische verklaring nodig; een geschiedkundige verklaring op het menselijke vlak is mij voldoende. 

Deze is dat de toenmalige heersers, de Romeinen en de elite van de Joden die zich bij de bezetting hadden neergelegd en die met de Romeinen samenwerkten, Jezus zagen als een opstandeling, een rebel, een revolutionair die het volk opstookte tegen de heersers, die onrust veroorzaakte en die te veel aanhangers kreeg. ‘Dus weg met die man! Kruisig hem! Dan zijn we van hem af en is de onrust over.’ 

Jezus wist dat ze hem zochten en dat hij een risico nam door naar Jeruzalem te gaan, waar hij de Farizeeën en schriftgeleerden, de elite, had uitgemaakt voor “adderengebroed” en waar hij de tafels van de geldwisselaars in de tempel had omgegooid en verkopers met een zweep wegjoeg uit met: 

“Het Huis van mijn Vader is een huis van gebed”. 

Denk ook nog even aan Socrates. Deze werd door de elite van toen veroordeeld tot de gifbeker omdat hij de jeugd op slechte gedachten bracht. Welke gedachten? Bijvoorbeeld – Plato schreef het op: - Laat de heersers benoemen en zich laten leiden door een volksvergadering. Laat dan niet de rijkste of de grootste vechtersbaas koning worden, nee: kies een gerijpte filosoof als koning! Dat was behoorlijk revolutionair in die tijd: weg met die man! Zo ging dat in die tijd. In Syrië nog in onze tijd … 

Dit is voor mij als verklaring afdoende. Ik heb er geen theologie bij nodig. Hooguit dat God de mens met een vrije wil heeft geschapen, dat de mens kan kiezen om een Kaïn te zijn of een Abel. De toenmalige elite koos voor Kaïn. De huidige elite vaak genoeg nog steeds. 

Abraham 

Het verhaal van Abraham en Isaak, in de bijbel en in de qur’an, heb ik drie-talig besproken in een voordracht in de Dyanet Moskee hier in Deventer, met het Offerfeest, over Het Offerfeest

De clou van dit verhaal is voor mij nu juist dat God het offeren van zijn zoon helemaal niet wil. Abraham dacht dit wel, omdat kinderoffers, vooral van het eerste kind, in die tijd nogal gebruikelijk waren in de heidense cultuur van toen. Offeren aan de goden was algemeen gebruikelijk in die tijd, bij vrijwel alle volkeren, van de oude Semieten, via de Grieken en de Romeinen, tot sommige indianenstammen van nu zelfs. 

Wat God deed, was juist het offeren voorkomen: ‘Als je zo nodig wilt offeren, hier, neem dan een lam!’ Dit was zijn boodschap, dit betekent het verhaal. Later vermeldt de Schrift nog dat God helemaal geen dierenoffers wil: hij wil een “toegewijd en nederig hart” van de mens. 

Cor contritum et humiliatum Deus non respicies – psalm 51, 18 & 19. 

De zondeval 

Ook het verhaal van Adam en Eva zie ik anders. Dit is natuurlijk uitgesproken een mythe die gaat over de mens. Drie andere verklaringen doen de ronde, vooral in gnostische kringen.

(1) Een gnostisch verhaal vertelt dat Christus zelf de gedaante van de slang aannam, met de bedoeling om de mensheid verder te brengen, namelijk juist wel tot de kennis van goed en kwaad: tot moreel bewustzijn. Dit is een sprong in de ontwikkeling van de mens. We zien het duidelijk in het verhaal van Kaïn en Abel: hier zie je nu eens duidelijk wat goed en kwaad is. 

(2) Het andere verhaal is dat de mens eerst een hemels wezen was, een gelukkige geest in een paradijs, maar dat daar de mens in opstand is gekomen tegen God, dat hij zonder God iets te vragen, zelf materie is gaan scheppen en zo zelf in de materie terechtkwam: op aarde, waar hij met het zweet op het hoofd moest werken voor de kost. De ‘zondeval’ is dan de val van geest naar materie, de val van de uniciteit. De adwaitha, naar de dualiteit, de dwaitha, van ziel en lichaam. 

Zie mijn artikel (hoofdstuk in een boek): "Gnosis: vrijgekomen kennis die vrij kan maken". 

De vraag is nog of dit nu de wil van God was; misschien wel: engelen leren niet omdat ze geen ellende kennen; de mens wel en zo kan er een leerproces starten, dat terugleidt naar God. 
Diep in zichzelf weet de mens dit; hij weet waar hij vandaan komt en daarnaar wil hij terug. 

(3) Een derde uitleg is dat de mens, eenmaal geschapen met een vrije wil, de verkeerde kant op ging – zie Kaïn – en zo zijn kansen zelf verknoeide. Er was een correctie nodig – en zo kwamen de profeten, culminerend in Christus, volgens anderen op zijn beurt opgevolgd door Mohammed, en volgens weer anderen door nog weer latere profeten en openbaringen, zoals de Mormonen en de Bahai bijvoorbeeld geloven. 
Er is dan geen erfzonde, tenzij in deze zin, dat – bijvoorbeeld – als wij de aarde verknoeien met onze overconsumptie, onze kinderen de hinder hiervan zullen erven. God heeft geen verzoening nodig, de mens wel correctie

Offeren 

Iets ‘offeren’ heeft op zich wel zin: iets weggeven, van iets afzien ter wille van de medemens en Moeder Aarde. Maar offeren aan een godheid heeft voor de moderne mens zijn zin verloren: God heeft van ons niets nodig, geen dode dieren, geen geur van brandend vlees, alleen een zuiver hart, toewijding en respect – zoals psalm 51 dit al zegt. En God heeft al helemaal geen dode zoon nodig als verzoeningsoffer. God kent geen wraak, Hij wil dat we leven. God is liefde ... en ...

Ubi caritas et amor, Deus ibi est.
Waar liefde en vriendschap is, daar is God.
Tam gdzie milość jest i dobroć, tam jest Bóg. 

Start Schrijftafel Brug Leestafel Brug