Vorige Start Omhoog Volgende

DEEL III:

DE DERDE PERIODE VAN HET ONDERZOEK

 

Uit Hoofdstuk IX

De derde periode van het onderzoek:
het nader bezien van de gegevens

Samenvatting 

Schema: Handelwijze I: Gedrag beheersen   199

Schema: Handelwijze II: Persoon ontmoeten   200

Schema: Hande;wijze III: Conflict ontwijken   201 

Schema: De legitimatie van de drie handelwijzen  202

Schema: ... uit de literatuur ... Gedrag reguleren ...   205

Schema: Vergelijking 1  206

Schema: ... uit de literatuur ... Relatie behouden, ...   210

Schema: Vergelijking 2    211

Schema: De drie aangetroffen handelwijzen bij botsingen in kernbegrippen  218

Schema: Methodische ideeën over conflicthantering in de literatuur in kernbegrippen 219

 

[Blz 215]

In dit hoofdstuk is verslag gedaan van het nader bezien van de gegevens die in de eerste en tweede onderzoeksperiode naar voren zijn gekomen.

In de eerste paragraaf 

zijn een aantal gegevens omtrent werkwijzen en afloop uit meerdere groepen met elkaar in verband gebracht, teneinde enkele methodische vragen te onderzoeken.

Als eerste 

is gekeken naar de werkwijze en afloop in 380 conflictverhalen uit vijf groepen. Er is gekeken naar samenhang tussen de werkwijze van de groepsleiding en het al dan niet optreden van omgangsbreuken. Die samenhang was er inderdaad in deze verhalen. 

Wil men omgangsbreuken vermijden, dan kan men het gebruik van macht en overwicht beter nalaten en het werken op communicatie- en contactbevorderende wijze nastreven. Mocht dat niet kunnen, dan is een zogeheten nulreactie (even 'niets doen' of nuchter reageren) overweegbaar. Overigens kunnen omgangsbreuken benut worden voor reflectie. Met teveel omgangsbreuken echter kan men vastlopen.  

[Blz. 216] 

Als tweede 

is gekeken naar samenhang tussen de positiekeuze en taakopvatting van de groepsleider enerzijds en de afloop, met name het aantal conflicten, anderzijds. De gegevens doen vermoeden dat de groepsleider die positie kiest als functionaris meer conflicten te hanteren krijgt dan wie zich opstelt als persoon. Een tweede vermoeden is dat de groepsleider die het als zijn taak opvat de groep en het gedrag van de bewoners te reguleren meer conflicten kan verwachten dan de groepsleider die zijn taak opvat als het delen van de leefsituatie met de bewoners. In de loop van het project zijn de meeste teams overgegaan naar de positiekeuze en de taakopvatting die minder conflicten opleveren.

Als derde 

is gekeken naar samenhang tussen het werken in de lijn van de voorlopige methodiek door een team en naar de afloop daarvan op langere termijn. De gegevens leiden tot het vermoeden dat het werken in de lijn van de voorlopige methodiek niet alleen op korte termijn, per conflict, maar ook op langere termijn een probleem-oplossende werking kan hebben; het kan een betere situatie opleveren waarin de groepsleiding beter kan werken en de bewoners beter kunnen wonen.

Als vierde 

is gekeken naar de gevolgde werkwijze bij het ontwikkelen van methodiek en naar de afloop daarvan, het al dan niet met moeite aanvaarden van de voorlopige methodiek als oriëntatiepunt voor het handelen. De gegevens leiden tot het vermoeden dat men, wil men methodiek ontwikkelen, er goed aan doet een team de ruimte te bieden om zelf een team-eigen methodiek te ontwikkelen. Anderzijds kan een teambegeleider of methodiekontwikkelaar heel goed zelf een duidelijke richting in het achterhoofd hebben en van daaruit als daar behoefte aan is op dialogische en dialectische wijze aanwijzingen geven. Het zelf op de werkvloer uitvoeren van een relatief nieuwe methodiek kan doorslaggevend zijn voor het aanvaarden daarvan door een team, zo werd vermoed.

De tweede paragraaf

doet verslag van het ordenen van de in dit werkveld aangetroffen handelwijzen bij het omgaan met botsingen in het dagelijks leven in drie categorieën, te weten

I. GEDRAG BEHEERSEN, [blz. 199]
daartoe zo nodig conflicten winnen,

II. PERSOON ONTMOETEN, [blz. 200]
daartoe zo nodig conflicten oplossen met behoud van contact en

III. CONFLICT ONTWIJKEN, [blz. 201]
daartoe afstand bewerkstelligen.

 

Deze drie aangetroffen handelwijzen zijn schematisch beschreven op de pagina 's 199,200 en 201 [Klik op de links hierboven].
De legitimatie van de keuze voor elk der drie handelwijzen is eveneens schematisch weergegeven: op p 202 [Klik op de link hierboven].

De derde paragraaf

kijkt terug naar de literatuur van hoofdstuk I. Er is gezocht naar een mogelijke indeling van de methodische ideeën uit de literatuur aan de hand van de driedeling in de aangetroffen handelwijzen. Methodische ideeën immers impliceren een voorkeur voor bepaalde handelwijzen, terwijl handelwijzen in de praktijk met behulp van methodische ideeën worden verantwoord.

De methodische ideeën uit de literatuur konden in twee groepen worden ondergebracht, te weten

1. GEDRAG REGULEREN
tendienste van de dialoog en de ontwikkeling en

2. RELATIE BEHOUDEN,
herstellen, verbeteren; 'vraag' beantwoorden; conflicten oplossen.

 

De beschrijving van de methodische ideeën van groep 1, 'gedrag reguleren', is vergelijkbaar met de beschrijving van de aangetroffen handelwijze I, 'gedrag beheersen'. Deze vergelijking vond ook plaats. De methodische ideeën en de vragen daarbij staan schematisch bijeen op p 205, de vergelijking in kernbegrippen op p 206.  


[Blz. 217]

 

De beschrijving van de methodische ideeën van groep 2, 'relatie behouden', is vergelijkbaar met de beschrijving van de aangetroffen handelwijze II, 'persoon ontmoeten' .Deze vergelijking vond ook plaats. De methodische ideeën en de vragen daarbij staan schematisch bijeen op p 210, de vergelijking in kernbegrippen op p 211.

De derde handelwijze, 'conflict ontwijken' , is in de literatuur slechts aangetroffen als beschrijving van een handelwijze, aldaar 'de verliesmethode' genoemd (door Gordon). Als methodisch idee wordt deze handelwijze afgeraden.

De vergelijking leverde de volgende conclusies op.

1. Het idee' gedrag reguleren'

verwordt in de praktijk al snel tot een voorkeur voor de handelwijze 'gedrag beheersen '. Deze handelwijze echter maakt de methodische ideeën uit de literatuur niet waar.

Met name de afloop ervan is heel anders dan in de literatuur is vermeld; de afloop is in de aangetroffen praktijk beduidend ongunstiger. Dit betekent dat de methodische ideeën van de groep 'gedrag reguleren', met hun uitgangspunten, kritische herziening behoeven. Een essentieel punt in deze gedachtengang is dat 'reguleren' in de praktijk tot 'beheersen' verwordt en dat 'beheersen' haaks staat op 'dialoog'; men kan dus niet de dialoog herstellen door gedrag te reguleren; men schept er eerder afstand mee.

2. Het idee 'relatie behouden'

liet in de praktijk een voorkeur zien voor de handelwijze 'persoon ontmoeten'. Deze handelwijze bleek de methodische ideeën wel waar te kunnen maken; de afloop ervan is gunstig te noemen en komt overeen met de in de literatuur vermelde afloop. Dit betekent dat de methodische ideeën van de groep 'relatie behouden', met hun uitgangspunten, ondersteuning en verdere ontwikkeling 'Verdienen.

3. De handelwijze' conflict ontwijken'

komt in de praktijk vermoedelijk vaak voor en is in bepaalde situaties goed te verantwoorden. Dit betekent dat het methodische idee 'vermijd deze handelwijze' herzien kan worden en vervangen kan worden door het methodische idee: 'ontwijk in bepaalde situaties het conflict, doch kies deze handelwijze niet als basis voor methodiek'.

Als afsluiting van deze samenvatting en van dit hoofdstuk worden de drie aangetroffen handelwijzen nog eens in kernbegrippen naast elkaar gezet. Ook worden de methodische ideeën uit de literatuur nog eens in kernwoorden naast elkaar gezet. [Ter vergelijking beide naast elkaar de pp 218 & 219]

 

Vorige Start Omhoog Volgende